Interview

Interview Maarten Vanhoucke, het 1.000ste kunstwerkattest

OVER MAARTEN, HET ATTEST EN DE NIEUWE REGELGEVING

“Als kunstwerker omschrijf ik mezelf als graficus, illustrator en muzikant. Ik ben deeltijds aan de slag als artdirector/ grafisch vormgever voor de Arteveldehogeschool in Gent.”

Maarten vertelt dat hij golfsurft en ook aan Capoeira doet. “Het is een sport, maar eigenlijk ook een kunstvorm. Voor mij is het bovendien een bron van mentaal welzijn en een sociaal netwerk. Wat ik er fijn aan vind, is het niet-competitief karakter en dat je het kan uitvoeren met een minimum aan materiaal. Je hebt de vrijheid of zelfs de noodzaak om het wereldwijd te beoefenen.”

“Ik ben iemand die weinig onderscheid maakt tussen werk en spel. Die twee dingen lijken bij mij steeds in elkaar samen te vloeien.”

“Ik doe  ook aan schrijnwerken en heb dat er een tijdje bijgedaan als freelancer om rond te komen. Zo bouwde ik mee aan het decor van De Droomfabriek. Nieuwe dingen leren en verhalen vertellen met beelden, woorden, en muziek zijn dingen die me gaande houden. Ik ben iemand die weinig onderscheid maakt tussen werk en spel. Die twee dingen lijken bij mij steeds in elkaar samen te vloeien.”

“Ik werk momenteel als zelfstandige in bijberoep. Nu ik het kunstwerkattest heb, wil ik de stap wagen naar een zelfstandige activiteit in hoofdberoep. Ik ga eerst als zelfstandige in bijberoep blijven werken. Van daaruit kan ik een activiteit als zelfstandige in hoofdberoep uitbouwen. Zonder attest zou ik die stap nooit durven zetten. Ik hoop dat ik nooit zal moeten terugvallen op een kunstwerkuitkering, maar het is een geruststelling dat het in theorie wel kan. Het betekent dat ik meer ademruimte krijg om nog meer bezig te zijn met het werk dat ik graag doe.

De primostartersregeling voor beginnende zelfstandige kunstwerkers is ook een extra stimulans. De verlaging van de sociale bijdragen zijn in dat geval uitgebreid tot 8 kwartalen.”

“Ik werk momenteel als zelfstandige in bijberoep. Nu ik het kunstwerkattest heb, wil ik de stap wagen naar een zelfstandige activiteit in hoofdberoep. Ik ga eerst als zelfstandige in bijberoep blijven werken. Van daaruit kan ik een activiteit als zelfstandige in hoofdberoep uitbouwen. Zonder attest zou ik die stap nooit durven zetten. Ik hoop dat ik nooit zal moeten terugvallen op een kunstwerkuitkering, maar het is een geruststelling dat het in theorie wel kan.”

De nieuwe WITA (Working in the Arts) regelgeving (sinds 16 december 2022), streeft naar een beter sociaal vangnet voor professionele kunstwerkers. Ze kwam er naar aanleiding van de dringende nood aan een specifieke regeling voor kunstwerkers in ons land. De federale overheid erkent de uitdagingen waarmee creatieve professionals vaak kampen: waaronder veel projectmatig werk, 'onzichtbare' onbetaalde arbeid, beperkte financiering en gebrek aan stabiele werkgelegenheid. -> Zijn dit zaken die voor jou ook herkenbaar zijn?

“Onzichtbaar werk en onzekerheid over de aanvoer van goedbetaalde opdrachten (soms te veel soms te weinig) zijn heel herkenbaar en deel van haast elk artistiek beroep.

Een tweede element zijn de hoge kosten. Ik denk dan aan de boekhouder en het materiaal (computers, software, instrumenten…). Voor een zelfstandig hoofdberoep betaal je ook nog eens heel wat sociale lasten, ook in kwartalen waarin je amper genoeg verdient. En als het écht misloopt heb je geen enkele vorm van uitkering, tenzij je daarvoor verzekerd bent, wat voor een starter onbetaalbaar is.

Het is goed dat de Kunstwerkcommissie rekening houdt met onzichtbaar werk. Bij mij gaat het vooral om bezig zijn met ideeën, oplossingen bedenken voor problemen waar ik tegenaan loop, mijn instrumenten oefenen en experimenteren en studeren op illustratief vlak. In vergelijking met mijn werk in loondienst - als commercieel grafisch vormgever - houdt het werken niet op zodra ik mijn potlood of mijn muziekinstrument neerleg. Eigen aan een creatief proces is volgens mij ook dat je problemen, blokkades, vraagstukken kan oplossen door eerst de tijd te nemen om ze even los te laten. Net zoals Archimedes, die naar het schijnt de theorie voor soortelijk gewicht pas ontdekt heeft op het moment dat z’n vrouw zei dat ie dringend in bad moest. Eureka!”

Het kunstwerkattest is het nieuwe centrale instrument voor de Belgische professionele kunstwerkers. Het biedt onder andere toegang tot onze sociale zekerheid voor élke professionele kunstwerker en is de sleutel naar een specifieke regeling:  

·         tot het sociale zekerheidsstelsel voor werknemers via het gebruik van 1bis contracten  

·         tot een uitgebreide primostartersregeling voor zelfstandigen  

·         een gunstige fiscaal regime op auteursrechten  

·         Een specifieke pensioenregeling voor kunstwerkers  

·         mogelijkheid tot een kunstwerkuitkering  

-> Wat was voor jou de belangrijkste motivatie om het kunstwerkattest aan te vragen?

 

 

“Met een kunstwerkattest weet je dat je in het slechtste geval kan rekenen op een sociaal vangnet. Het geeft me de motivatie, de ademruimte en vooral de tijd om te creëren.”

“Met een kunstwerkattest weet je dat je in het slechtste geval kan rekenen op een sociaal vangnet. Het geeft me de motivatie, de ademruimte en vooral de tijd om te creëren. Dankzij een vangnet ben ik veel minder afhankelijk van tijdelijke breindodende en tijdrovende jobs om in leven te blijven, een lening af te betalen en een gezin te onderhouden.”

De nieuwe maatregel biedt vijf jaar lang de status van professioneel kunstwerker, zonder verdere bewijslast. Dit verlicht de administratieve druk aanzienlijk. Kunstwerkers hoeven zich niet langer te verantwoorden voor hun werkuren of periodes zonder zichtbare activiteit. De regeling erkent dat artistiek werk ook plaatsvindt buiten repetities, optredens of tentoonstellingen, waardoor kunstwerkers zich volledig kunnen richten op hun creatieve proces. -> Hoe zal deze vijfjarige erkenning als professioneel kunstenaar jouw dagelijkse werkpraktijk en creatieve proces veranderen?

“Dat weet ik nog niet, maar ik hoop op meer tijd en ruimte voor creatieve projecten; hoofdzakelijk hoop ik op een soort doorbraak als illustrator of graphic storyteller. In de tweede plaats een doorbraak als muzikant, performer, theatermaker, auteur en componist van muziek. Via het kunstwerkattest krijg ik de ruimte die ik nodig heb: om te werken aan illustraties en ideeën, om muziek te repeteren en in te studeren en nieuwe dingen te leren op elk mogelijk vlak. Of wie weet vind ik ergens de rust om me te focussen op één activiteit.”

“Via het kunstwerkattest krijg ik de ruimte die ik nodig heb: om te werken aan illustraties en ideeën, om muziek te repeteren en in te studeren en nieuwe dingen te leren op elk mogelijk vlak.”

“Die financiële zekerheid, en de mogelijkheid om een carrière uit te bouwen met het soort werk dat ik het liefst doe, was de belangrijkste reden om een kunstwerkattest aan de vragen.

“Om tot een artistiek werk te komen, heb je tijd nodig om: te onderzoeken, te reflecteren, te studeren, te falen en te herbeginnen. Het is geweldig dat ik daar via het kunstwerkattest door de overheid in word ondersteund.”

 

Het gaat mij om de ademruimte om te creëren. Met een kunstwerkattest weet je dat je in het slechtste geval kan rekenen op een sociaal vangnet wanneer een project toch niet uitdraait zoals je had verwacht, of wanneer je als muzikant of acteur seizoensgebonden en projectgebonden werkt. Om tot een artistiek werk te komen, heb je tijd nodig om te onderzoeken, om te reflecteren, om te studeren, en om te falen en te herbeginnen. Het is geweldig dat ik daar via het kunstwerkattest door de overheid in word ondersteund.”

 

“Er zijn veel soorten kunst die ik ook niet begrijp. Toch denk ik dat het belang van artistiek werk – en bijgevolg het ondersteunen van mensen die dit werk maken – een maatschappelijk belang heeft.”

“Ik heb alle begrip voor het onbegrip. Er zijn veel soorten kunst die ik ook niet begrijp. Toch denk ik dat het belang van artistiek werk – en bijgevolg het ondersteunen van mensen die dit werk maken – een maatschappelijk belang heeft. Zijn we immers niet allemaal op zoek naar een vorm van schoonheid? Helpt kunst ons dan niet om bepaalde problematieken aan te kaarten of op zijn minst bespreekbaar te maken?

Er zijn veel creaties en kunstwerken waarbij ik me ook afvraag of die nu wel moeten ondersteund worden of wat de maatschappelijke waarde ervan is. Maar ik geloof niet dat het mijn plaats is om daarover te oordelen. Dat mensen al gauw denken dat kunstwerkers ten onrechte ondersteund worden door de overheid, daar ben ik het niet mee eens.

Om een kunstwerkattest te krijgen, moet je je inkomsten die je via je artistieke activiteiten hebt ontvangen, aantonen en dat voor een periode van vijf jaar. De perceptie dat we als kunstenaar ‘geld krijgen om niets te doen’ is dus helemaal fout. Het is een noodzakelijk vangnet, zeker op het moment dat structurele subsidies (organisaties) ook teruggeschroefd worden. Persoonlijke ondersteuning heeft een groot voordeel, want het is veel rechtstreekser en dus misschien minder kostelijk?

 

“Dat mensen al gauw denken dat kunstwerkers ten onrechte ondersteund worden door de overheid, daar ben ik het niet mee eens.”

 

Het grootste argument is misschien nog wel het onzichtbaar werk. Het denkwerk en het oefenen los van de tekentafel, de repetities en het studiewerk naast het podium. Bovendien is onzekerheid eigen aan de artistieke sector. Wanneer je als kunstwerker beslist dat je je – ondanks die onzekerheid – toch in die sector wil smijten, is het goed dat je op een sociaal vangnet kan rekenen via een kunstwerkattest. En een kunstwerkattest krijg je ten slotte niet zomaar.”

 

“Wanneer je als kunstwerker beslist dat je je – ondanks die onzekerheid – toch in die sector wil smijten, is het goed dat je op een sociaal vangnet kan rekenen via een kunstwerkattest. En een kunstwerkattest krijg je ten slotte niet zomaar.”

“Het was veel werk. Ik ben er een volledige dag mee bezig geweest. Dat komt omdat je je inkomsten van de voorbije vijf jaar moet bewijzen. Ik moest dus in mijn administratie duiken, maar gelukkig klasseer ik alles goed.”

“Ik was aangenaam verrast van de werking van het Working in the Arts-portaal. Dat een digitale tool van de overheid zo degelijk werkt, verwacht je niet. Het duurde wel zes maand voordat ik mijn kunstwerkattest kreeg, maar de geschatte duur (vier maanden + twee maanden zomerstop) werd wel duidelijk gecommuniceerd.  Het was veel werk. Ik ben er een volledige dag mee bezig geweest. Dat komt omdat je je inkomsten van de voorbije vijf jaar moet bewijzen. Ik moest dus in mijn administratie duiken, maar gelukkig klasseer ik alles goed.”

“Ook een heel grote verademing dat een cultuurexpert aan de top ook zelf een ‘maker’ is, en dus weet waarover hij spreekt.”

“Toen ik een persoonlijk bericht kreeg waarin stond dat ik de 1.000ste persoon was die een kunstwerkattest ontving, dacht ik eerst dat het een grap was. Maar het was heel aangenaam om een persoonlijke mail te krijgen van de cultuurexpert van Working in the Arts, Marc Brion. Zulke dingen zijn fijn. Die tonen dat er geen stereotype onpersoonlijke ambtenaren werken bij de overheid, maar warme mensen. Ook een heel grote verademing dat een cultuurexpert aan de top ook zelf een ‘maker’ is, en dus weet waarover hij spreekt.”

“Toen ik een persoonlijk bericht kreeg waarin stond dat ik de 1.000ste persoon was die een kunstwerkattest ontving, dacht ik eerst dat het een grap was.”

“De nieuwe regelgeving is een absolute verbetering. Vooral als het gaat om de inkomsten die je uit een zelfstandige activiteit in bijberoep kan combineren met een kunstwerkuitkering en ook de vermindering van de sociale lasten de eerste 8 kwartalen voor een beginnende zelfstandige in hoofdberoep. Ik heb ook de indruk dat het heel eerlijk verloopt, aangezien iedereen een zorgvuldig dossier moet indienen en dat dit ook grondig gecontroleerd wordt.”

“De nieuwe regelgeving is een absolute verbetering. Vooral als het gaat om de inkomsten die je uit een zelfstandige activiteit in bijberoep kan combineren met een kunstwerkuitkering en ook de vermindering van de sociale lasten de eerste 8 kwartalen voor een beginnende zelfstandige in hoofdberoep.”

“Ja, steun de kunstwerkers en blijf ze steunen. Deze hebben – ik kan het niet vaak genoeg herhalen - tijd en ruimte nodig om te creëren. Toch vind ik het ook heel belangrijk dat het een eerlijk proces blijft. Laat het oordelen over de artistieke waarde van iets over aan een zo breed mogelijk publiek en luister naar de feedback van voor- en tegenstanders. Maar vooral: wees je bewust van de waarde van kunst en kunstwerkers.

Ondersteuning is en blijft noodzaak:

1.      Omwille van de maatschappelijke relevantie van kunst

·         De mens heeft een basisbehoefte naar verwondering (de wereld mooier maken)

·         De mens heeft een basisbehoefte naar maatschappijkritiek (de wereld verbeteren)

·         De mens heeft een basisbehoefte aan zaken anders bekijken (de wereld begrijpen)

2.      Omwille van de oneerlijke strijd tegen multinationals, bijv: ticketmatic, spotify, AI, ofwel de Uber en de Airbnb van de kunstwereld.

3.      Zonder ondersteuning is er: geen kunst, slechte kunst of te weinig kunst"

“Ik hoorde over het kunstwerkattest via een alleenstaande moeder die een 3/5de job werkte en ook aan de slag was als muzikante. Haar vakbond vroeg haar – terecht – wanneer ze dan nog tijd zou hebben om te repeteren en op te treden. Via het kunstwerkattest zou ze zich flexibeler kunnen opstellen en voldoende inkomsten kunnen halen uit haar artistieke activiteit. Het belangrijkste verschil is dat sinds 2023 inkomsten uit een artistiek bijberoep ook meegeteld worden.”

OVER MAARTEN ALS KUNSTWERKER

“Ik ben nogal fan van de goddelijke razernij of de hyperfocus. Ik vind het heerlijk om de tijd en de buitenwereld te vergeten tijdens het werk door deze extreme vorm van enthousiasme. Ik geniet ook wel van het overwinnen van moeilijkheden en struikelblokken. Mijn proces vertrekt bij een onderzoek, een uitdaging, een probleem of een vraag. Ik vind het afgelegde traject, hoe moeilijk ook, vaak boeiender dan het eindresultaat. Ik hou ervan om complexe dingen zo helder mogelijk voor te stellen, bij voorkeur met wat humor, en dat verhaal dan te vertellen in beelden of in muziek.”

“Doorheen de jaren heb ik gemerkt dat ik het vooral moeilijk heb met tijdmanagement en een klantenbestand opbouwen. Bij dat laatste hoort tegenwoordig ook het aanwezig zijn op sociale media. De afleiding, frustraties en het tijdverlies die daarbij horen, wegen soms niet op tegen de voordelen: tonen waar je mee bezig bent aan je publiek en leren van andere kunstenaars.
Ik ben slecht in mezelf verkopen en netwerken.

Een terugkerend struikelblok is het onbegrip en de onderwaardering waar ik soms op stuit wanneer ik aan mensen vertel dat ik professioneel illustrator ben. Je krijgt dan al snel de vraag of je even ‘een tekeningske’ kan maken. (of ‘een liedje spelen’ als muzikant). Alsof de combinatie van leuk werk en betaald werk niet mogelijk is.

Een prijs plakken op je werk is ook vaak een heel moeilijke. Vraag je te veel, dan heb je geen opdracht, vraag je te weinig dan doe je jezelf de das om.

Ik heb eens een heel jaar lang gewerkt aan het illustreren van een boek voor een bevriende brassband. Zij waren op zoek naar originele merchandising en ik heb in samenwerking met een schrijver (Nick de Meersman) en een typografe (Letterwerf) een volledig boek met 18 verhalen (telkens 1 per muzikant) geïllustreerd en vormgegeven. Ik heb er een heel jaar aan gewerkt. Als ik daar nu op terugkijk, besef ik dat ik werkte aan een hongerloon, maar ik heb me te pletter geamuseerd, massaal veel bijgeleerd, en het heeft me redelijk wat nieuwe illustratieopdrachten opgeleverd. Het werken ‘for exposure’ werkt voor mij alleen als ik zeker weet (zoals in dit geval) dat er niemand stilletjes rijk van wordt, en vooral dankzij het plezier en de leerervaring. Maar een prijs plakken op je werk is en blijft telkens een moeilijke oefening. Zeker als je niet goed bent in verkooppraatjes.

Een laatste struikelblok is dat ik niet alleen illustrator ben, maar ook muzikant, grafisch designer en schrijnwerker. Het is moeilijk om dan aan mensen uit te leggen wat ik precies doe. Ik stel mezelf regelmatig de vraag of ik niet moet specialiseren in één ding en me dan enkel moet toeleggen op dat ene stukje. Maar ik denk dat ik te nieuwsgierig ben om mezelf in één hoekje te duwen. Bovendien helpt de wisselwerking van activiteiten me bij mijn creatief proces."

“Ja, ik maak naast illustraties ook bewegende illustraties zoals animatiefilms, motion graphics & storyboards. Op podia was ik zo’n 19 jaar actief bij de groep Moustash als componist, oprichter, manager performer en muzikant op accordeon, zang en trombone. Op vlak van muzikaal circus- en straattheater heb ik een one-man-band die ‘The Foomp Machine’ heet.”

“Ik haal veel inspiratie uit de wereld rondom me. Ik ben gefascineerd door elke vorm van een verhaal vertellen. Ik hou van marionetten, maskers, circus, het groteske en het drukke; maar evenveel van de rust, de stilte, de natuur, éénvoud. De zee speelt een belangrijke rol in mijn leven, en de zee is ook iets dat de razernij en de rust op prachtige wijze combineert.

Mijn favoriete schilder is J.C. Monet, een beetje om dezelfde reden (uitbundigheid en rust), mijn favoriete tekenaars zijn met te veel om op te noemen maar Lewis Trondheim, Quentin Blake en Regis Loisel staan zeker ergens bovenaan.

Mijn moeder heeft me als kunsthistorica heel vroeg in contact gebracht met een overvloed aan 19de en 20ste -eeuwse schilderkunst. Mijn vader en mijn oudere broer hebben me, als ingenieurs, knutselaars, uitvinders en robot-bouwers het verband getoond tussen fantasie en wetenschap.

Verder heb ik heel veel aan de mensen rond me: mijn partner, mijn gezin, mijn ‘capoeira family’ en mijn ‘surf tribe’.

En verder: Illustrator en cartooniste Lise vanlerberghe, zij heeft me als eerste getoond dat een zelfstandig hoofdberoep als illustrator wél mogelijk is. Omdat we een beetje dezelfde tekenstijl hebben, kunnen we ook opdrachtgevers uitwisselen.

En last but not least: De wereldverbeteraars: de rebellen van extinction rebellion, de bosbezetters, Sea Shepperd, Vluchtelingenwerk, brandweerlui en verpleegkundigen.”